2. Intro bij ↓ ↓

Filosofie en Uitverkiezing

Ik toets in allerlei richtingen mijn idee over de late-alverzoening. Ik zoek daarbij naar bevestiging, afwijzing en hoop op discussie.

De vraag ‘Hoe is het kwade met een almachtige goede God te verenigen?’ is niet eenvoudig te beantwoorden. Wie daarover filosofeert, ontmoet veel problemen.
Ik heb een poging gewaagd. Daarna heb ik drie filosofische boeken besproken om mijn antwoord te verifiëren. Ik concludeer dat vóór de zesde scheppingsdag alles zeer goed was en nadat Jezus alles en allen aan zich zal hebben onderworpen en dat resultaat teruglegt in de handen van zijn Vader, dat dan opnieuw alles zeer goed zal zijn. Voor iedereen. De late-alverzoening is essentieel. De goede God was al vóór de grondlegging van de wereld iets goeds met een ieder van ons van plan. Hij zal ons laten zien dat zijn plannen niet falen.

Voor wat de uitverkiezing is de late-alverzoening eveneens cruciaal. Vóór de grondlegging van de wereld had God elk door Hem beoogd mens lief. Hij maakte toen geen onderscheid. Geen dubbele predestinatie.
Pas na de zondeval ging God mensen uitverkiezen, die Hij inschakelde om zijn heilsplan bekend te maken, om ons het goede van het kwade te leren onderscheiden en om in die weg zijn heilsplan tot uitvoering te brengen. Deze uitverkiezing moeten we zien als het middel waardoor God in de loop van vele eeuwen zijn heilsplan ontvouwt en realiseert. Het doel van deze uitverkiezing is dat God een nieuwe hemel en een nieuwe aarde gaat scheppen, waarbij Hij gebruik zal maken van wat wij in ons leven hebben ontwikkeld en wat wij hier hebben laten zien.